DB oude reeks

In 1861 verscheen het allereerste nummer van de Doopsgezinde Bijdragen, de reeks die wij nu “de oude” noemen. Klik voor het 1e nummer (in Delpher gedigitaliseerd) in de kolom hiernaast.
Klik HIER voor een aanklikbare lijst naar alle 54 nummers (+ het indexdeel over de nummers tot 1910), alle aanwezig in Delpher. De reeks liep van 1861 tot 1919. In 1866 ontbrak het tijdschrift een jaar, om vanaf 1867 toch weer te verschijnen, nu met toevoeging: ‘nieuwe serie‘ en als volgnummer: “eerste jaargang”. Dit duurde tot en met 1870, waarna het blad weer een jaar niet verscheen. Vanaf 1872 stond alleen het jaartal op de omslag maar vanaf 1894 werd daar weer een jaargangnummer aan toegevoegd: de 34ste, alsof er vanaf 1861 nooit een jaargang ontbroken had. Toch telde men 1913, 1914 en 1915 (toen ook geen nummers uitkwamen) weer niet mee in deze telling, zodat de laatste 4 vanaf 1916 de jaargangen 53 tot en met 56 werden genoemd.
Dirk Harting (1817-1892) en Pieter Cool (1817-1891) traden als eerste redacteuren op. Zij werden in 1870 opgevolgd door Jacob Gijsbert de Hoop Scheffer. Na diens overlijden in 1893 nam Samuel Cramer (1842-1913) de redactie op zich. Tussen 1913 en 1915 stokte de uitgave dus. W.J. Kühler (1874-1946) nam de verantwoordelijk voor de jaargangen 1916 tot en met 1919 op zich.
In 1912 kwam de predikant en historicus Karel Vos (1874-1926) met een register op de eerste vijftig jaargangen (1861-1910).
Bovendien nam hij in zijn register gegevens op uit een tweetal oudere periodieken: het Jaarboekje voor de Doopsgezinde gemeenten (verschenen tussen 1837-1850 in drie bundels: 1837, 1838-1839 en 1840-1850) HIER, in archive.org, als één geheel, en Godsdienstige Lectuur voor Doopsgezinden, (1854), later genoemd Doopsgezinde Lectuur: (van 1855 tot 1858).
Via Google Books zijn naast het eerste deel, uit 1854; zes afleveringen (vier uit 1855: de 2de, 3de, 4de en 6de en twee uit 1856: de 1ste en 6de) gescand.
Beide tijdschriften worden als voorlopers van de Doopsgezinde Bijdragen beschouwd, maar hadden tegelijkertijd kenmerken van de latere doopsgezinde jaarboekjes die vanaf 1902 verschenen.
Het hierboven bedoeld register is als facsimile opgenomen in de extra aflevering van de nieuwe reeks uit 2002. Daarin zitten ook indexen op de eerste 25 delen van de nieuwe reeks (zie download-optie verder op deze pagina).

Na 1919 werd de uitgave van de Doopsgezinde Bijdragen gestaakt. Tot de reeksnaam in 1975 weer werd opgenomen.
Een groot aantal medewerkers aan de oude reeks was theoloog. De stof voor hun artikelen was vaak ontleend aan bronnen uit de gemeente waar ze als doopsgezind predikant actief waren. Een flink deel van de bijdragen was dan ook kerkhistorisch. Daarnaast werden actuele theologische ontwikkelingen besproken.
In de nieuwe reeks Doopsgezinde Bijdragen werden de kerkhistorische en theologische invalshoeken aangevuld en verrijkt met een meer cultuurhistorische en sociaal-historische aanpak.