Doperse geschiedenis
De Doopsgezinde Historische Kring (DHK) heeft sinds haar oprichting in 1974 tot doel de geschiedenis van doopsgezinden en daaraan gerelateerde stromingen in de Nederlanden te onderzoeken en de studie van doopsgezinde geschiedenis te bevorderen.
Zij poogt deze doelstelling te realiseren door in de eerste plaats een jaarboek getiteld Doopsgezinde Bijdragen uit te geven.
De doopsgezinde stroming ontstond in het begin van de zestiende eeuw in Europa, als hervormingsbeweging. Een harde kern in Zwitserland nam het voortouw en keerde de Rooms-Katholieke Kerk definitief de rug toe. Zij gingen hun eigen (geloofs)weg. Aanhangers werden wederdopers genoemd omdat zij zich als volwassenen nogmaals lieten dopen. De beweging verspreidde zich snel over Europa. Zo ook naar de Nederlanden waar rond 1530 reeds meerdere gelovigen zich hadden laten herdopen. Maar voor het heersende Spaanse bewind golden zij als ketters. Na een onrustige periode met veel openbaar protest (om erkenning) en met geweld, werd de Spaanse onderdrukking heftiger. In die periode kwam Menno Simons in beeld. Een Rooms-Katholieke Priester uit Witmarsum, die in 1536 uit zijn kerk stapte en zich liet herdopen. Hij leidde de doopsgezinde beweging in Nederland uiteindelijk naar rustiger vaarwater. Later zou een deel van zijn volgelingen zich Mennonieten noemen.Voortdurend op de vlucht naar veiliger oorden, verspreidden de dopersen zich over geheel Europa uit. Later ook over andere delen van de wereld. Voor de verdere geschiedenis van de doopsgezinden in Nederland klik op deze link naar de Tijd-Lijn.